10 jaar experiment bij PARK in Tilburg - 'vanuit en voor het kunstenaarschap'
PARK – Platform for Visual Arts in Tilburg bestaat tien jaar. Een mooi moment om de balans op te maken en vooruit te kijken. Charlotte Fijen spreekt met Lieve van den Bijgaart en oprichter Rob Moonen. Waarom PARK? ‘Dat is simpel, er was niets voor kunstenaars in de stad.’
Het is 2013 als Rob Moonen in de cultuurnota van de gemeente Tilburg leest dat de stad blij was dat er éindelijk een podium voor hedendaagse kunst kwam. Verbaasd vraagt hij aan wat Tilburgse kunstenaars of zij weten om wat voor podium het gaat. Niemand heeft een idee. Moonen contacteert de gemeente, die Tilburg inmiddels heeft gedoopt tot ‘stad van makers’, en verneemt dat die het plan heeft opgevat om een leegstaande kapel te verhuren aan kunstenaars. Iedere kunstenaar die een tentoonstelling wil maken kan de ruimte huren, is het idee.
Moonen lacht wanneer hij me erover vertelt. Het plan zag hij namelijk niet zo zitten: ‘Deze “stad van makers” vroeg de kunstenaars zelf tentoonstellingen te organiseren én de gemeente daar ook nog geld voor te betalen. Dat is de omgekeerde wereld: de stad zou de kunstenaars moeten betalen, en niet andersom.’ De toenmalige wethouder van cultuur daagt daarop Moonen uit om zelf met een plan te komen voor de leegstaande kapel: een kans die hij en zes collega-kunstenaars niet willen laten gaan. Aan de keukentafel van Moonen wordt later een werkgroep van vier personen gevormd. René Korten, Linda Arts, Reinoud van Vught en Moonen zelf gaan de uitdaging aan en richten samen Stichting PARK op. Een nieuw platform voor hedendaagse kunst in Tilburg is geboren.
Zodra het stof van de oprichting van PARK is neergedaald, dient zich een belangrijke vraag aan: wat nu? Voor een kunstenaarsinitiatief als PARK staat het kunstenaarschap op de eerste plaats. ‘Dat is waarin wij geloven’, vertelt Moonen, ‘we werken vanuit, maar ook vóór het kunstenaarschap.’ Lieve van den Bijgaart knikt en vult aan dat dit geloof PARK siert: ‘Je bent niet alleen bezig met je eigen kunstenaarschap, maar helpt ook anderen met hun praktijk. Je bent daardoor ook actief bezig met wat er speelt in de kunstwereld. Bij PARK zie je nieuwe ontwikkelingen vrijwel direct terugkomen in de tentoonstellingen of activiteiten.’ Moonen knikt bevestigend: ‘Precies, het is een privilege om dit te kunnen doen: het is hard werken, maar het is mooi om de vrijheid die wij hier verworven hebben te kunnen doorgeven aan andere kunstenaars en hen uit te dagen daar iets mee te maken’.
De toenmalige wethouder van cultuur daagde Moonen tien jaar geleden uit met een plan te komen voor de leegstaande kapel: een kans die hij en zes collega-kunstenaars niet willen laten gaan
Vrijheid voor de kunst en de kunstenaar heeft de afgelopen tien jaar als rode draad door het programma van PARK gelopen. Elk jaar organiseert PARK vijf tentoonstellingen: twee solotentoonstellingen, twee duotentoonstellingen en een groepstentoonstelling. Er wordt telkens gezocht naar een goede afwisseling tussen de tentoonstellingen. ‘Als er een solo is geweest over een bepaald onderwerp dan ligt het niet voor de hand dat de volgende tentoonstelling daar ook over gaat’, legt Moonen uit.
De tentoonstellingen komen doorgaans organisch tot stand. Kunstenaars worden uitgedaagd om buiten te lijntjes te kleuren en te experimenteren met de ongebruikelijke ruimte waarin PARK is gevestigd. Met haar hoge plafonds en hoge ramen vraagt de ruimte om een reactie. ‘Speel ermee’, zegt PARK tegen de kunstenaars. ‘Hier cureert de kunstenaar zijn of haar eigen werk: hij of zij bepaalt zelf hoe de ruimte eruit komt te zien’, zegt Moonen. ‘Als iemand besluit om de hele tent te verbouwen, vinden we dat alleen maar geweldig. Een plek zoals deze vind je nergens anders.’
De afgelopen tien jaar is de stichting steeds professioneler geworden; waar de werkgroep begon als een enthousiaste groep kunstenaars die op vrijwillige basis werkten, besloten ze na twee jaar ook zichzelf te betalen en wordt er nu hard gewerkt om zowel de organisatie als de kunstenaars te compenseren volgens de Fair Practice Code. Structurele subsidies zijn daarvoor echter noodzakelijk en precies daar wringt de schoen. PARK krijgt structurele subsidie vanuit de gemeente Tilburg en de Provincie Noord-Brabant, maar nog niet van het Mondriaan Fonds.
‘Daar matchen we nog niet mee’, zegt Moonen. Zulke fondsen vragen volgens Moonen uitgesproken handhaving van allerlei codes, zoals die voor Diversiteit en Inclusie, Good Governance en Fair Practice. ‘Wij vinden die doelstellingen belangrijk en houden er ernstig rekening mee, maar willen dat doen vanuit onze eigen intrinsieke motivatie, en niet omdat het Mondriaan of de gemeente dat aan ons oplegt.’ Daarbij, vervolgt Moonen: ‘Door zoveel nadruk te leggen op de codes impliceer je dat kunstenaars zich niet bewust zouden zijn van het tijdsgewricht waarin ze leven. Dat ze daar de expliciete sturing van het Mondriaan voor nodig hebben.’ Hij concludeert: ‘Bewustwording is goed, maar willen niet ons oorspronkelijke doel uit ogen verliezen: vrijheid is nog steeds het enige dat voor ons telt.’
Met haar hoge plafonds en hoge ramen vraagt de ruimte om een reactie. ‘Speel ermee’, zegt PARK tegen de kunstenaars. ‘Hier bepaalt de kunstenaar zelf hoe de ruimte eruit komt te zien’
Toch is PARK bezig om de programmalijnen voor de beleidsperiode 2025-2028 op papier te zetten en zijn ze voornemens mee te dingen naar de vierjarige subsidie van het Mondriaan Fonds. Met het huidige financiële volume kan PARK de kunstenaars eerlijk betalen en de leden van de werkgroep een vergoeding bieden voor hun inspanningen. Er zijn echter geen projectbudgetten beschikbaar, waardoor kunstenaars vaak zelf een extra subsidieaanvraag moeten doen om genoeg geld te verzamelen voor de tentoonstelling. PARK helpt hier altijd bij, wat niet wegneemt dat ze graag willen toewerken naar een stevigere financiële basis voor hun projecten.
De logische vervolgvraag is daarom: welke plannen zitten er in de pijplijn? Met aanstekelijk enthousiasme vertelt Van den Bijgaart dat PARK bezig is om een programma te ontwikkelen gebaseerd op het principe van het twijnen, ‘In Twine’ genoemd. Tilburg is van oorsprong een Textielstad en om touw te maken heb je meerdere draden nodig. De metafoor van het twijnen van meerdere draden – ofwel programmalijnen – gebruikt PARK om richting te geven aan hun programma. Van den Bijgaart vertelt: ‘Elke twijn heeft een kleur en die is gekoppeld aan een thematische lijn. Rood staat voor maatschappelijk engagement, geel staat voor persoonlijke en existentiële vrijheid en groen staat voor het milieu, het klimaat en de huidige ecologische crisis. Deze drie pijlers vormen de kapstok van ons toekomstige beleid en daar koppelen we onze projecten aan.’ Het twijnen wil PARK ook doorzetten in de activiteiten, educatie, PR én in de nieuwe residentieplek die ze aan het ontwikkelen zijn, maar ook in de samenwerking met partners in het Museumkwartier, zoals museum De Pont en het TextielMuseum.
Het doel van deze nieuwe inslag is volgens en Lieve enerzijds het behouden van de huidige spontaniteit en anderzijds het strakker vormgeven van het beleid. Kunstenaars die hier een project gaan doen, willen we vragen om na te denken over onze inhoudelijke lijn en zich – zonder de artistieke vrijheid in te perken – laten afvragen hoe zij aansluiten bij de drie lijnen van PARK. De toekomstplannen van PARK kenmerken zich dan ook vooral door groot enthousiasme voor de kunst, ‘Dit is het moment om door te pakken’, zegt Moonen.
Daar hoort tevens bij dat het stokje op den duur wordt overgedragen aan de jonge generatie. Moonen is sinds het eerste uur bij PARK betrokken, Van den Bijgaart pas sinds een half jaar. Het is de bedoeling dat de oude generatie langzaam maar zeker plaats maakt voor de jonge generatie, passend bij de evolutie van een kunstenaarsinitiatief. Het belang van evolutie en ontwikkeling is ook terug te zien in de manier waarop PARK zich als instelling profileert; ze willen een schakel vormen tussen de kleine projectruimtes en grote musea. De meeste kunstenaars die PARK presenteert hebben al enkele jaren een eigen beroepspraktijk, zijn losgekomen van de academie en rijp voor PARK. Al sluit PARK de ‘oudere generatie kunstenaars’ zeker niet uit, ontwikkeling vindt ook plaats op je 50e of 60e vindt Moonen. ‘Je kunt een leven lang leren.’
Voor de huidige tentoonstelling slaat PARK de handen ineen met DansBrabant, dat eveneens tien jaar bestaat. Samen presenteren ze #Catalog of Shadows II, een video-installatie waarin zeven levensgrote vrouwenportretten de hedendaagse beeldcultuur onderzoeken. Het programma voor 2024 is nog niet gecommuniceerd, maar één ding is zeker; PARK heeft zin in de toekomst.
Dit artikel is gepubliceerd op 17 november 2023 op de website van Metropolis M: 10 jaar experiment bij PARK in Tilburg - 'vanuit en voor het kunstenaarschap'