Collectiebijlage 2023 - De Pont
Onder het zwarte beeldscherm klinkt het geluid van een vliegtuigmotor. Zachtjes fluistert een stem ‘she opens the door in the back of the plane and off she jumps’. De stem hapt naar adem, ademt langzaam uit en het beeld licht op. Een vrouwfiguur springt uit het vliegtuig en kijkt naar haar vingers waar plotseling bladeren en veertjes aan beginnen te groeien. Ze valt totdat de bladeren aan haar armen zijn volgroeid en ze sierlijk door de lucht zweeft met haar pasgeboren vleugels.
De vrouwfiguur is Grand Ma uit de gelijknamige video Every Sunday, Grand Ma (2022) van Laure Prouvost. Het is een voortzetting van de verhaallijn over haar fictieve opa en oma die verweven is met haar gehele oeuvre. De hoofdpersoon in dit verhaal is Grand Dad, een conceptuele kunstenaar die goed bevriend is met de Duitse Dadaïst Kurt Schwitters. Het belangrijkste conceptuele kunstwerk van Grand Dad is het graven van een tunnel van zijn studio in Engeland naar het Afrikaanse continent, maar tijdens het werken aan dit project verdwijnt opa op geheimzinnige wijze in de tunnel. Grand Dads vrouw, de ‘oma’ van Prouvost, blijft alleen achter en besluit om een museum voor haar man op te richten in de hoop dat hij op een dag terugkeert.
Every Sunday, Grand Ma is samen met de fonteinsculptuur Drinking One Another Fountain (2022) aangekocht door De Pont museum in Tilburg. Martijn van Nieuwenhuyzen, directeur van De Pont, kocht de werken nadat hij ze zag in een tentoonstelling in Oslo in Noorwegen. Hij vertelt: ‘De tentoonstelling was echt een volgende stap voor haar en de twee werken die we hebben aangekocht waren hoogtepunten in de tentoonstelling. Er komen allerlei aspecten van haar artistieke praktijk in samen, zoals maatschappelijk engagement en ongebreidelde verbeeldingskracht. De video is lyrisch en muzikaal en weet de kijker bijna spelenderwijs deelgenoot te maken van discussies over ecologie, het vrouwenlichaam en migratie. De fonteinsculptuur is opgebouwd uit twee vissenkoppen die elkaar als het ware water in de mond spuwen. Het is alsof ze elkaar zo in leven proberen te houden.’
De Pont heeft sinds drie jaar een aantal schilderijen en video’s van Prouvost in de collectie, die vooral gericht zijn op taal. Met de recente aankoop van de twee nieuwe werken, vertelt Van Nieuwenhuyzen, geeft de collectie van De Pont een meer compleet beeld van het werk van Prouvost: ‘Ze belichamen weer andere aspecten van haar oeuvre. Je hebt de kant van de taal, de semiotiek. Ik wilde ook dat haar meer surreële werk en haar maatschappelijke betrokkenheid vertegenwoordigd zouden zijn in de collectie.’
Het verzamelbeleid van De Pont is uniek binnen het Nederlandse museale veld. Het museum volgt een beperkt aantal kunstenaars voor langere tijd en kiest ervoor hun werk in de diepte te verzamelen. De ambitie is om telkens nieuwe kunstenaarspersoonlijkheden en daarmee nieuwe zienswijzen in de collectie te introduceren. Van elke kunstenaar probeert De Pont een substantiële groep werken bij elkaar te brengen die diens oeuvre goed weerspiegelen en zodoende ook een stempel drukken op de bestaande collectie. Werken die zich al in de collectie bevinden worden dan van een andere kant belicht waardoor er nieuwe vragen naar boven komen. Prouvost is een van de kunstenaars die Van Nieuwenhuyzen vanaf het begin van zijn directoraat volgt. ‘De Pont is een artist-driven museum’, legt hij uit. ‘Onze primaire focus ligt bij de kunstenaar en we verzamelen ook echt in dialoog met de kunstenaar.’
In 2024 presenteert De Pont een tentoonstelling over het werk van Prouvost. De werken die al in de collectie van De Pont zijn opgenomen vormen daarbij een uitgangspunt. ‘Vaak zie je dat er werken worden aangekocht na afloop van een tentoonstelling’, vertelt Van Nieuwenhuyzen. ‘Dat kan iets moois opleveren, maar wij verzamelen ook proactief en vormen ensembles met het oog op toekomstige tentoonstellingen. Als vanzelfsprekend geeft de collectie dan richting aan het maken van die tentoonstelling, want je hebt al nagedacht over welke aspecten belangrijk zijn in het oeuvre van die kunstenaar.’
Dit artikel is gepubliceerd in de Collectiebijlage 2023 van Metropolis M nr 6. 2023, pp. 52-53 en later online op hun website.