Eindexamenbijlage 2022
Frans Roets
Wie een tatoeage wil maar nog niet zeker is van het ontwerp, is bij Frans Roets aan het juiste adres. In zijn nagebouwde tattooshop vertelt hij over de tatoeagestijl American traditional die de inspiratiebron vormde voor zijn afstudeerproject Beeldtaal. Deze stijl is ontstaan in de jaren veertig toen tatoeëerders met zogeheten pre-made flash sheets gingen werken om klanten – vaak matrozen die maar beperkte tijd in een haven doorbrachten – snel en efficiënt van een tatoeage te voorzien. De stijl van dit soort tatoeages is herkenbaar aan de simpele lijnen, kleuren en shading; het zijn gesimplificeerde tekeningen die lang mooi blijven op je huid.
De beeldtaal van American traditional is het startpunt voor het werk van Roets. Hij haalde de flash sheets uit hun oorspronkelijke context en toverde ze om tot driedimensionale keramieken beeldjes die keurig staan opgesteld in een zelfgemaakte stellingkast in Roets’ tattooshop. Met deze serie van zestien kleurrijke beeldjes wekt hij de plattetekeningen op de flash sheets tot leven. Roets vindt precies dat spanningsveld, tussen een tweedimensionale tekening en een driedimensionale sculptuur, interessant: ‘Ik heb ruimtelijke tattoodesigns vertaald naar keramiek. Het idee is eigenlijk om dezelfde beeldtaal te behouden maar dan in een ruimtelijk ontwerp. Een klant die in de shop komt kiest een beeldje en de positie waarin hij die het mooist vindt en ik zet dat vervolgens om in een tweedimensionaal ontwerp voor op het lichaam. Als klant krijg je dan zowel het beeldje als de tatoeage mee naar huis. De vraag is alleen: krijg je een tatoeage bij het beeldje of een beeldje bij de tatoeage?’
De titel van het afstudeerwerk, Beeldtaal, gaat vooral over het belang van het hebben van een eigen beeldtaal voor een tatoeëerder, dat mensen weten ‘dit is van Frans’. Daarnaast zijn het de beeldjes die het ontwerp van de tatoeage bepalen, ook daar verwijst de titel naar. Zijn eigen stijl beschrijft Roets, na even nadenken, als ‘American traditional maar dan iets meer funky. Ik houd er wel van als het een beetje off is en niet te perfect. Een beetje goofy, het hoeft van mij niet zo netjes.’
Beau van Gisbergen
In de pop-up store van zijn afstudeerproject This is fineTM verkoopt Beau van Gisbergen een duister toekomstbeeld. De winkel, gemaakt van witgeverfde piepschuim stenen, is afgebrokkeld tot een ruïne waarin vijf producten tentoongesteld worden. Van Gisbergen: ‘Ik heb ervoor gekozen om de winkel te laten afbrokkelen als letterlijke symbolisatie van hoe ik wereld van de toekomst zie. Het is ’s werelds meest deprimerende pop-up winkel.”
Gebaseerd op het idee van ‘design fiction’, waarin je een bepaald element uit de toekomst neemt en naar het heden trekt, heeft Van Gisbergen vijf producten ontwikkeld die zo uit een dystopische toekomst zouden kunnen komen. Zo koop je voor €7,99 een set kaarten waarmee je psychische ziektes kunt verzamelen, voor €17,99 een sixpack Molotovcocktails en kan je jezelf voor €12,99 verrassen met een ‘birthday for one’-pakket om de eenzame toekomst die we in een overbevolkte wereld tegemoet gaan iets op te vrolijken. Verder kan je ook een zwarte, mensvormige piñata aanschaffen, waarin de giftige stoffen die mensen in hun lichaam hebben zijn verzameld, of een minuscuul flesje olie waarop je auto welgeteld 400 meter kan rijden.
Met zijn afstudeerproject stelt Van Gisbergen de vraag ‘waar gaat dit heen? Hoe ziet de toekomst er over 50 jaar uit als dit zo doorgaat?’ Hij zegt hierover: ‘Het werk komt voort uit een sentiment dat heerst onder de jeugd. We zitten op een tikkende tijdbom en kunnen er niet zoveel aan doen. Dit zijn allemaal zware onderwerpen, vooral voor de jeugd want die moet ermee dealen.’ Met de producten die Van Gisbergen in zijn verwoeste winkel verkoopt probeert hij met een cynische inslag vorm te geven aan dit sentiment en het zwarte toekomstbeeld dat ons te wachten staat: ‘Als je er echt naar gaat kijken is er niet heel veel goeds aan alles wat er op ons afgeschoven wordt en dit is daar de visualisatie van.’ Uiteindelijk is This is fineTM ‘een merk geworden dat een soort dystopisch product design ontwikkelt’, vertelt Van Gisbergen, met allemaal ‘lekker lullige producten’ die doordrenkt van zwarte humor reflecteren op de wereld van morgen.
Sophie Lamers
Kun je digitaal reizen en daar voldoening uit halen? Die vraag stelt Sophie Lamers zich in haar afstudeerproject Camino digital. Het project is ontstaan vanuit Lamers’ verlangen om op reis te gaan maar daar nooit tijd voor te hebben. Haar droom om ooit langdurig weg te zijn bleef daardoor onvervuld. Het resulteerde in een digitale wandeling naar Santiago de Compostela die ze zorgvuldig vastlegde met haar camera. Om haar reis voor te bereiden kocht Lamers reisgidsen, stippelde ze haar route zorgvuldig uit en vertrok toen vanuit haar slaapkamer via Google Street View in 35 etappes naar het befaamde pelgrimsoord. ‘Ik wilde echt digitaal bewegen door een landschap, ik wilde niet gewoon dat poppetje in bijvoorbeeld Milaan droppen en daar een beetje rondwandelen. Ik wilde ervaren hoe het is om langere tijd onderweg te zijn en echt van A naar B te bewegen.’
Lamers ontleende het gebruik van Google Street View aan de Duitse fotograaf Michael Wolf en zijn A Series of Unfortunate Events, waarin hij op Google Street View zoekt naar toevallig vastgelegde momenten. Lamers: ‘Ik vind het heel interessant dat dit een soort nieuwe vorm van fotografie is, al zijn de meningen verdeeld overof het je eigen beelden zijn. De auto van Google Street View heeft die beelden vastgelegd zonder enige vorm van esthetiek erin, die kiest niet bewust voor bepaalde beelden. Als fotograaf kun je juist je eigen gevoel kwijt in je beelden.’
De presentatie van Lamers’ reis is drieledig: er hangen foto’s die ze maakte van het beeldscherm tijdens de wandeling, er speelt een video waarin haar digitale voetreis versneld wordt afgespeeld en er liggen twee fotoboeken waarin per etappe een tekst met foto’s staat. Deze elementen getuigen van een reis die Lamers met haar ogen heeft gemaakt, zonder ooit fysiek in Spanje te zijn geweest. Ze zegt hierover: ‘Het voelt wel alsof ik er geweest ben. In principe heb ik ook de hele reis visueel voor me gezien maar er zijn natuurlijk wel een aantal zintuigen die niet geprikkeld worden. Als je daar echt bent voel je de warmte van de zon, je hoort de bomen ruisen. Dat heb ik gemist, maar omdat je de reis wel via het beeldscherm met je ogen kan volgen, voelt het toch alsof ik er misschien niet fysiek maar wel mentaal geweest ben.’
Deze drie artikelen zijn gepubliceerd in de Eindexamenbijlage 2022 van Metropolis M nr. 4.