Eindexamenbijlage 2023
Moira Pikaart
Het afstudeerwerk Omarm me. Een geschiedenis in pigmenten van Moira Pikaart bestaat uit twee delen. Het ene deel bevindt zich op de begane grond en neemt de vorm aan van een soort schuurtje: de onderzoekskamer. Deel twee staat op de bovenverdieping. Het is een schilderdoek van vijftien meter dat in de rondte is opgehangen en dat enkel in het donker te bezichtigen is, terwijl de geur van koffie je tegemoetkomt. De twee delen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; boven hangt het werk dat voortvloeit uit het onderzoek dat beneden te zien is. Om het werk boven te kunnen begrijpen, moet je ook beneden een kijkje nemen, en andersom.
Het werk van Pikaart laat de worsteling zien die zijzelf het afgelopen jaar heeft doorgemaakt. Een stage op Curaçao deed haar inzien dat de wereld om haar heen besmet is met geweld en zijzelf daardoor ook. ‘Koffie, iets dat ik eerst zag als verbindend – ik met mijn ouders die samenkomen om koffie te drinken – werd ineens geplaatst in een context van geweld, slavernij en moderne uitbuiting. Dat ging ik in alles zien. In cacao, koffie, rooibos, er zit zoveel geweld achter producten die voor ons vanzelfsprekend zijn.’
Deze realisatie bewoog Pikaart ertoe kritisch te kijken naar haar eigen positie als kunstenaar. Zo onderzocht ze de herkomst van pigmenten en materialen. Het resultaat is een onderzoekskamer die bekleed is met tijdslijnen, brieven aan zichzelf en schetsen van vechtende figuren. ‘Veel van deze producten ontstaan in traditionele culturen. Zodra ze worden ontdekt stijgt de vraag en worden ze opgenomen in het kapitalistische systeem waardoor de productie gekoppeld wordt aan het maken van winst. Het gevolg is een systeem van uitbuiting, slavernij en racisme. De worsteling die ik hierover ervaar en die ook om mij heen zichtbaar is, verbeeld ik in het werk.’
Belangrijk voor Pikaart is dat ze haar toeschouwers aan het denken zet. Ze heeft bewust geen tekst met uitleg geplaatst bij haar werk omdat ze vindt dat ze meer van de bezoeker mag vragen: ‘Mijn werk wordt niet op een bordje gepresenteerd met een zilveren lepel erbij.’ Haar installatie op de bovenverdieping is een mooie illustratie van dit idee: de indrukwekkende schildering toont een massa worstelende en soms liefkozende mensfiguren. De bezoekers betreden de donkere ruimte met een zaklamp zodat ze – net als Pikaart tijdens het maakproces – slechts een klein stukje van het doek kunnen zien en letterlijk met hun neus op het ongemak worden geduwd.
Tom Alink
De oude directeurskamer in het Maastricht Institute of Arts is tijdens de eindexamenexpositie het domein van Tom Alink. De gehele ruimte is gewijd aan zijn werk 0.10, inclusief het gangetje met toilet dat je bij binnenkomst doorkruist. Hij vertelt: ‘Ik heb me dit jaar beziggehouden met de ruimte als concept en hoe wij daar als mens mee omgaan. Voor mijn eindwerk nam ik specifiek deze ruimte onder de loep vanuit het idee: hoe kun je de wereld verbeteren als je de vijf centimeter om je heen niet eens kent?’
Het opvallendste object in de ruimte is een magnetron op een sokkel. Alink vertelt dat de magnetron als gebruiksvoorwerp vanwege brandgevaar verboden is op de academie, maar dat het als kunstobject wel wordt geaccepteerd. Hoewel de magnetron in eerste instantie weinig met lokaal 0.10 te maken lijkt te hebben, is het volgens Alink dus wel een belangrijk object om de academische context van lokaal 0.10 te begrijpen.
Zoals blijkt uit de verschillende werken die aan de muur hangen, is ook elke fysieke vierkante centimeter van lokaal 0.10 door Alink in kaart gebracht. Dertig polaroids hangen strak naast elkaar en bieden een systematische weergave van de vloer in vogelvlucht. Ernaast hangt een ingelijste tekst van anderhalf A4’tje waarin twee vlekken op de muur uitvoerig worden beschreven. Ook is er een op schaal getekende plattegrond van 0.10 en een nauwgezette tekening van het patroon op de houten vloer. Alink paste daarnaast verschillende meetmethoden toe om het lokaal grondig op te meten, waarbij hij een armleuning, kwast en muntje gebruikte als maatstaf. De uitkomst: de lengte van vloer tot plafond is 264 tien cent muntjes. Waarom Alink al deze moeite doet? ‘Mijn werk komt voort uit een fascinatie voor het vorige leven van een ruimte. Voor anderen voelt dat misschien nutteloos, voor mij is het een manier om bewustzijn te creëren over de ruimte waarin ik me bevind.’
Wat opvalt is het analoge karakter van alle methoden die Alink gebruikt om 0.10 te verkennen. Analoog werken is belangrijk voor hem, het toont het persoonlijke, menselijke en niet-machinale. Alink vertelt: ‘Het geeft mij meer macht over hoe het eruit komt te zien en daardoor zit er een persoonlijke lading in. Dit is voor mij de best mogelijke menselijke registratie van dit lokaal.’
Eefje Karsmakers
Een witte ruimte met gebroken gips op de vloer vormt het serene decor van Eefje Karsmakers’ afstudeerwerk, Achterlaten. Het werk is ontstaan vanuit haar angst en fascinatie voor de vergankelijkheid van ons bestaan. Al van jongs af aan houdt Karsmakers zich bezig met de dood en de onoverkomelijke eindigheid van het leven. Met dit werk deelt ze haar angst, maar wil ze ook troost bieden en onze aanwezigheid hier op aarde koesteren.
Het materiaal gips verbeeldt de essentie van Achterlaten, legt Karsmakers uit: ‘Ik ben op zoek gegaan naar een materiaal dat verbeeldt wat ik voel. Uiteindelijk ben ik bij gips uitgekomen omdat het heel kwetsbaar is en het tijdens het maakproces uithardt.’ Ze goot grote platen van gips en liet ze daarna op de grond vallen zodat ze braken – ze liet haar eigen kwetsbaarheid letterlijk los. De witte ruimte is helemaal gevuld met gipsen scherven, bezoekers worden uitgenodigd om de ruimte te betreden en zelf over de scherven te lopen. Op deze manier brokkelt het gips nog verder af en laat iedere bezoeker zijn sporen na in het materiaal.
Een spoor dat Karsmakers zelf achterliet in de ruimte is een klein gipsen plaatje met de afdruk van een boomschors dat precies tegenover de ingang van de ruimte aan de muur hangt. De boomschors verwijst naar het verglijden van de tijd, vertelt Karsmakers. Bomen leven in hun schors die langzaam loslaat, zoals ook haar eigen verhaal leeft in het steeds fijner wordende gipsen gruis.
Hoewel het werk Karsmakers’ eigen kwetsbaarheid en angst verbeeldt, wil ze de bezoeker geen emoties opleggen. ‘Hoe jij je beweegt door de ruimte en wat je daarbij voelt, is van jou’, zegt ze. Dat ze haar kwetsbaarheid op deze manier kan delen voelt voor Karsmakers heel goed. ‘Je mag best stilstaan bij het verleden en de toekomst, maar probeer in het heden wel te blijven bewegen.’
Deze drie artikelen zijn gepubliceerd in de Eindexamenbijlage 2023 van Metropolis M nr. 4.